Het agentschap in cijfers
Aanmelden mijn burgerprofiel
Hulp- en dienstverlening voor mensen in detentie in tijden van crisis

“De gevangeniscrisis? Wij denken in oplossingen.”

2024 was een jaar waarin de gevangeniscrisis regelmatig het nieuws beheerste. Stakingen, personeelstekort, overbevolking; een reeks zware incidenten in enkele gevangenissen maakten er een gitzwart jaar van. Te midden van deze chaos proberen de mensen van Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden (HDG) hun job te doen. Tineke Tailleur, beleidscoördinator in de Leuvense Hulpgevangenis, en Wolf De Corte, organisatieondersteuner in de gevangenis van Oudenaarde, kijken terug op een bewogen periode, maar zijn vooral fier op de zaken die ze wél konden realiseren.

Terug

In bijna alle gevangenissen werd er gestaakt. In welke mate ondervonden jullie daar hinder van?

Tailleur: In Leuven Hulp was het vooral in de beginperiode van de stakingsgolf lastig. Op papier coördineer ik als beleidscoördinator een divers aanbod aan activiteiten en hulpverlening voor personen in detentie, maar aanvankelijk kon er niets doorgaan omdat er onvoldoende bewakend personeel was. We gingen dan maar terug in COVID-modus. Tijdens corona brachten we een aangepast aanbod op cel en dat hebben we op stakingsdagen opnieuw gedaan. We konden dus snel schakelen, maar het is verre van ideaal natuurlijk. Gelukkig was er de minimale dienstverlening en waren niet alle bewakers even stakingsbereid, net omdat ze de situatie niet erger wilden maken voor gedetineerden. In Leuven Centraal was het op het hoogtepunt van de stakingsperiode erger gesteld. Daar lag alles gewoon plat. Hulp- en dienstverleners konden er soms zelfs de gevangenis niet binnen omdat echt alles geannuleerd was.

De Corte: In de gevangenis van Oudenaarde konden op stakingsdagen geplande activiteiten niet doorgaan, maar als er niet gestaakt werd, moesten we niet knippen in ons aanbod. Dat moesten ze in sommige andere gevangenissen wel doen.

In oktober 2024 weigerden in Leuven Hulp enkele personen in detentie om na de wandeling terug naar de cel te gaan. Zorgt de crisis voor veel onrust binnen de gevangenis?

Tailleur: De overbevolking in de gevangenis zet heel het systeem onder druk. Het aantal agressie-incidenten neemt toe. Veel gedetineerden voelen zich onveilig en slaan de dagelijkse wandelingen over. We merken ook dat de problematieken van de mensen die binnenkomen zwaarder zijn dan vroeger. Dat komt gedeeltelijk omdat er voor bijvoorbeeld geïnterneerden niet altijd plaats is in de forensisch psychiatrische centra. Maar ook drugs in de gevangenis is een probleem, en vaak gaat het dan om kwalitatief slechte drugs waardoor mensen “raar” reageren.

Is het echt zo erg gesteld met die overbevolking?

Tailleur: Het officiële capaciteitscijfer van Leuven Hulp is 149 bedden. We hebben heel lang 184 bedden gehad, tot de federale minister van justitie drie jaar geleden besliste dat we ook nog eens 20 noodbedden moesten hebben. We zijn dus naar 204 bedden gegaan, waardoor onze capaciteit nu dus al een hele tijd zwaar wordt overschreden. In 2024 hadden we een gemiddelde overbevolkingsgraad van 34,7 %. Sommige personen in detentie moeten alleen op cel vanwege een persoonlijke problematiek. We hebben hier een psychiatrische annex met een zorgteam en daar is plaats voor 16 mensen. Door de constante toestroom van nieuwe gedetineerden en geïnterneerden zit je dus elders in de gevangenis met overbevolkte cellen.

De Corte: In Oudenaarde was het nog doenbaar, maar we voelen de druk toch toenemen. Ondertussen zijn er +/- 176 gedetineerden, terwijl onze officiële capaciteit 132 bedden is. We zitten nu ook met grondslapers, en dat is een kwalijke evolutie.

Tailleur: Met drie in een éénpersoonscel is gewoon hallucinant. Je moet alles delen, tv en toilet. Je hebt geen enkele privacy meer. Voor het toilet staat een paravent, maar je hoort en ruikt alles natuurlijk. Soms zitten nationaliteiten door mekaar en versta je mekaar niet, rokers zitten bij niet-rokers, enzovoort. In de mate van het mogelijke probeert onze directie dat te vermijden, maar het is vaak een onmogelijke puzzel om te leggen.

De Corte: Ondanks alles vind ik het bewonderenswaardig dat de meesten op een waardige manier proberen om hun straf uit te zitten. Natuurlijk loopt het in een cel wel eens mis: discussies die ontaarden en zo. Maar onze directie doet wat ze kan om onderlinge spanningen te vermijden door mensen samen te zetten die er zelf om vragen, of te kijken of er een match kan zijn tussen bepaalde gedetineerden.

De overbevolking in de gevangenissen zet heel het systeem onder druk

Gaan jullie aan de slag met die frustratie onder gedetineerden?

De Corte: We zetten altijd in op dialoog. Dat doen we niet alleen, maar samen met onze partners van binnen en buiten de gevangenis: Justitieel Welzijnswerk, Centra Geestelijke Gezondheid, de mensen van de psychosociale dienst enzovoort.

Tailleur: Een groot deel van de gesprekstijd van de hulpverleners gaat in tijden van crisis ook naar laten ventileren, en de personen in detentie ondersteunen om de tijd in de gevangenis voor hen leefbaar te maken. Pas als je hier ruimte voor maakt, kan je in een latere fase werken aan de persoonlijke problematieken en het voorbereiden op re-integratie. Ook ons groepsaanbod is belangrijk. Dankzij sportactiviteiten en opleidingen kunnen personen in detentie even ontsnappen aan hun cel. Eens even geen gedetineerde zijn, maar een sportman of een cursist. Het is aan ons om die motivatie dan intrinsiek te maken.

Hoe kijken jullie terug op 2024?

Tailleur: Het is geen evident jaar geweest, maar dat was het ook niet in de jaren daarvoor. Maar we hebben in onze gevangenissen de afgelopen jaren toch wat kunnen realiseren, ondanks alle problemen. We kunnen rekenen op een heel netwerk van gemotiveerde partners die er dagelijks voor blijven gaan.

Welke projecten van vorig jaar steken er voor jullie bovenuit?

De Corte: In Gent boden we de gedetineerden een spel op cel aan waardoor verschillende secties met mekaar in competitie konden gaan. Dat is toen heel positief onthaald door gedetineerden, personeel en directie. Het zorgde voor afleiding en bezigheid.

Tailleur: Ik ben heel trots op de VAPH-werking (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) die we in Leuven Hulp hebben opgestart, waarmee we mensen met het vermoeden van een beperking proberen te bereiken. Die mensen zijn oververtegenwoordigd binnen de populatie van de gevangenissen, maar wij hadden voor die doelgroep geen gespecialiseerde hulpverlening. We hebben daar hard voor gevochten en hebben een erkenning gekregen. We hebben nu twee partners die vier voltijdse personeelsleden ter beschikking stellen om die mensen én het personeel te ondersteunen in het omgaan met die doelgroep. En dat geeft hier veel ademruimte binnen de gevangenismuren. Ik ben echt fier dat we zo’n zaken nog kunnen realiseren, ondanks de crisis.

Terug