Het agentschap in cijfers
Aanmelden mijn burgerprofiel
De impact van partnergeweld op kinderen

"Zelfs baby's slaan stress op in hun lichaampje"

Onder het dak van een ‘Veilig Huis’ werken justitiehuizen, hulpverleners, politie, justitie, jeugd- en gezinszorg samen om gezinnen uit de spiraal van geweld te halen. Sinds 2024 kunnen ze hierbij ook beroep doen op een kinderpsycholoog. Zoë Somers neemt die taak op zich voor Veilig Huis Limburg. “Maak jezelf niks wijs. Kinderen voelen haarscherp aan wanneer zaken fout lopen”.

Terug

Ook wanneer kinderen geen rechtstreeks slachtoffer zijn van geweld binnen het gezin, kan het bij hen diepe sporen nalaten. Zoë waakt er binnen het Veilig Huis Limburg voor dat kinderen de nodige en vooral de juiste aandacht krijgen. Ze coacht medewerkers in hun contacten met kinderen maar spreekt ook zelf met ouders en kinderen.

Somers: De impact van partnergeweld op kinderen wordt vaak onderschat. Ouders geloven vaak dat ze erin slagen om hun kinderen buiten hun ruzies te houden. Daarmee overschatten ze zichzelf en onderschatten ze hun kinderen. Ze hoeven echt niet in de klappen te delen om ernstige mentale schade op te lopen. Ze ondergaan de spanning die er heerst en dat heeft een impact op hun mentaal welzijn. Vanuit het Veilig Huis zijn we ons daarvan bewust. In ieder dossier moet er aandacht zijn van hoe zij het geweld beleven. Niet alle gevallen van geweld vereisen therapie voor het kind maar wel een aanpak op kindermaat. Het is goed als alle partners die met het gezin in contact staan daarvan doordrongen zijn.

Door geweld op hun niveau bespreekbaar te maken, neem je net last bij hen weg.

Is het geen logische reflex van ouders om hun kinderen af te schermen van hun problemen?

Somers: Als papa plots niet meer thuis is na een gewelddadig conflict kan je wel doen alsof het leven verder gaat maar de vragen die het bij het kind oproept, zijn reëel. Ze verdwijnen niet omdat je zwijgt. Waar is papa? Wat is er gebeurd? Komt hij nog terug naar huis? Een kind zal misschien vermijden om die vragen te stellen om de moeder te sparen, maar gaat op zoek naar antwoorden. En daarbij kan het conclusies maken die niet stroken met de realiteit. Dat de schuld bij hem of haar ligt bijvoorbeeld: ‘papa is boos omdat ik mijn kamer niet opgeruimd heb’ of ‘papa is boos omdat ik zo veel huil’. Als dat gebeurt heb je net het omgekeerde bereikt van wat je wilde. Ik adviseer ouders dan om wel te praten op een kindvriendelijke manier. Een kind geeft duidelijke signalen over hoe ze informatie verwerkt. Als je daarop let, kan je echt wel met een kind in gesprek gaan over moeilijke onderwerpen.

We moeten echt af van het idee dat kinderen geholpen zijn met zaken te verzwijgen.

Somers: Je belast ze niet met informatie. Je traumatiseert ze niet. Door het op hun niveau bespreekbaar te maken, neem je net last bij hen weg. Wat een kind op dat moment moet horen is dat zijn ouders ruzie hebben gemaakt. Dat het jammer is dat ze die zaken heeft moeten horen of zien. Je benoemt en erkent de ervaringen van het kind en neemt de schuld bij hen weg. Er zijn voor alle leeftijden manieren en methodieken om dat gesprek aan te gaan op een verhalende manier.

Is er dan geen angst bij ouders dat kinderen met dat verhaal naar buiten komen en anderen betrekken? Dat is ook een motief om zaken stil te houden.

Somers: Schaamte is zeker een grote factor bij partnergeweld. Mensen houden het zo lang mogelijk stil. Ook wanneer ze al lang beseffen dat ze er niet samen uitkomen. Maar het is niet in het belang van kinderen om die schaamte over te dragen naar het kind. Dan geef je het kind het signaal dat er niet over gepraat mag worden. We proberen het netwerk van de gezinnen dan ook te verbreden door mensen in vertrouwen te nemen. Kinderen moeten voelen dat ze hun verhaal wél ergens mogen leggen, dat het oké om met een zorgjuf of een familielid te praten. Ook daar moeten ouders ruimte voor maken.

Wat is de impact van geweld op kinderen?

Somers: Die is niet te onderschatten. Het is bewezen dat zelfs baby’tjes stresssignalen oppikken. Ook al besef je het niet of heb je geen actuele herinneringen, die spanningen zijn wel binnengekomen en worden opgeslagen in dat lichaampje. Het is heel pijnlijk om te beseffen dat je je kinderen niet volledig hebt kunnen behoeden van het geweld. Maar pijnlijk betekent niet dat je het zo mag laten.

Kinderen die in veel stress en spanning opgroeien hebben extra lange voelsprieten. Ze hebben een alarmsysteem. Zij voelen snel aan dat er iets niet klopt, dat er een discussie zal ontstaan. Kinderen schrikken er soms zelf van hoe gevoelig ze zijn geworden en hoeveel last ze krijgen van kleine dingen. We moeten hen geruststellen dat dat normaal is, en dat ze niet alleen zijn.

Op vlak van ontwikkeling en trauma is er weinig verschil tussen getuige zijn van of slachtoffer zijn van geweld.

Hoe verloopt zo’n gesprek met een kind hier op het Veilig Huis?

Somers: Het is niet voor alle kinderen makkelijk om veel te vertellen, en het is zéker niet de bedoeling dat ze een informatiebron zijn voor wat er gebeurd is tussen hun ouders. Ik zeg altijd dat hun ouders al verteld hebben wat er gebeurd is en dat ik alleen wil weten hoe zij het hebben beleefd. Het eerste gesprek is kennismaking en dan werken we toe richting de kernboodschap: het schuldgevoel bij hen wegnemen en hun ervaringen erkennen.

Zo’n gesprekken zijn heel mooi. Kinderen uiten hun emoties ongedwongen. Ik heb eens gesproken met twee zusjes, de jongste was vijf jaar. De mama gaf aan dat de jongste niet graag praatte, maar ik wilde ze er toch bij zodat ze kon meevolgen wanneer ik praatte met haar grote zus. Ik had tekeningen klaargelegd van de kleurmonsters: monsters die allerlei emoties uitbeelden. Wanneer ik vroeg aan het oudere zusje hoe ze zich voelde, praatte zij open over haar gevoelens en de gebeurtenissen. Tegelijkertijd, greep het jongere zusje telkens naar de tekening die eigenlijk hààr antwoord was. Ze nam het verdrietig of boos monstertje en begon dat te kleuren en dan toonde ze mij die tekening: zo heb ik mij gevoeld. Op het einde van het gesprek heeft ze ook duidelijk gezegd: jij mag de tekeningen hebben. Ze wilde die emoties niet mee naar huis nemen. Ze had geen nood om het hele verhaal te vertellen maar wel om te tonen aan mij hoe zij dat beleefd had, op haar manier.

Zijn de kinderen altijd getuige of slachtoffer?

Somers: Meestal, maar er is eigenlijk weinig verschil tussen getuige zijn of rechtstreeks slachtoffer zijn van geweld. Dat lijkt vreemd maar op vlak van ontwikkeling en trauma kan dat even veel schade berokkenen. Als getuige zit je in een passieve positie. Je kan niet ingrijpen. Dat werkt verlammend.

Als er een dossier binnenkomt waar kinderen rechtstreeks slachtoffer zijn of zelf geweld hebben gepleegd, word ik sneller ingeschakeld. Bij een situatie waarin de minderjarige een pleger is, doe je natuurlijk het confronterende stuk: je spreekt hen aan op het gedrag. Maar het is heel belangrijk om te blijven kijken vanuit die ontwikkelingsbril. Wat zit er achter dat gedrag? Een kind dat zelf schadelijk gedrag stelt is vaak een kind in nood. Een kind dat al een zwaar rugzakje meedraagt. Of er is sprake van een serieuze psychische problematiek of een ontwikkelingsstoornis waar de kinderen ook heel gerichte hulpverlening voor nodig hebben.

Slepen kinderen de gevolgen van partnergeweld een leven lang mee?

Somers: Als ze niet de juiste aandacht krijgen, is dat een risico. Het goede nieuws is dan weer dat kinderen heel veerkrachtig zijn. Ouders maken zich uiteraard zorgen dat hun kinderen daar hun hele leven last van gaan hebben. Maar als het geweld kan stoppen, en als de kinderen erkenning en hulp krijgen, kunnen ze volledig herstellen. Kinderen hebben een enorme kracht in zich, de hersenen zijn nog elastisch. Hoe vroeger het geweld stopt en hoe vroeger ze hulp krijgen, hoe gunstiger de effecten. Hoe langer ze in een negatieve situatie zitten, hoe slechter de impact. Daarom dat we los van leeftijd, àlle kinderen in het vizier moeten houden.

Terug