Het agentschap in cijfers
Aanmelden mijn burgerprofiel
Vlaamse Handhaving en Digitale Revolutie

“Samenwerken en informatie delen zijn cruciaal"

De termen ‘Justitie’ en ‘Handhaving’ wegen in de naam van ons agentschap even zwaar door. Nochtans kan je het aantal mensen bij ‘Handhaving’ binnen het agentschap op één hand tellen, terwijl ‘Justitie’ meer dan 1100 medewerkers telt. Weinig mensen dus, die evenwel een grote impact hebben in het doen respecteren van de Vlaamse regelgeving. We gingen praten met Hubert Bloemen en Paul Vansant, de bezielers van Handhaving in Vlaanderen. 

Terug

Waar gaat het precies over? Een voorbeeld dat uit het leven gegrepen is, maakt veel duidelijk: De zeug van boer Joël raakt niet meer zwanger. De veearts kan niet meteen een oorzaak vinden. Tot blijkt dat in het veevoer een hormoon aanwezig blijkt te zijn dat het dier onvruchtbaar maakt. De leverancier, Verdacht Veevoer NV, blijkt het niet zo nauw te nemen met de regels rond de samenstelling van het voedsel. En dat is niet het enige waar het bedrijf mee kampt. De politie had al inbreuken op geurhinder vastgesteld, de sociale inspectie had het bedrijf betrapt op zwartwerk, de milieu-inspectie had melding gemaakt van illegale lozingen van afval, de vergunningen voor de gebouwen waren niet in orde... Verdacht Veevoer NV deed zijn naam alle eer aan in ieder opzicht. En toch kon het jarenlang zijn gang gaan. Waarom? De verschillende controlediensten waren niet op de hoogte van de vaststellingen van collega’s. Iedereen werkte op zijn eigen eiland waardoor er nooit een totaalbeeld is ontstaan van de talrijke problemen van het bedrijf. Met die onvolledig puzzel wil Handhaving komaf maken.

Hubert Bloemen en Paul Vansant zijn in 2016 aan de slag gegaan met het uitwerken van een kaderdecreet dat alle procedures rond Vlaamse handhaving moest stroomlijnen. Met de middelen die Vlaams minister van Justitie Demir investeerde in het Agentschap Justitie en Handhaving, konden ze zich ook richten op digitalisering van de verschillende vaststellingen. Een evolutie die ervoor zorgt dat informatie-uitwisseling en samenwerking tussen handhavingsdiensten mogelijk wordt.  

Het kaderdecreet Vlaamse handhaving

Met welke ambities zijn jullie aan het project begonnen?  

Bloemen: “We zagen snel twee pijnpunten. Langs de ene kant merkten we dat er nauwelijks gehandhaafd werd op strafrechtelijk niveau. In het domein Omgeving bijvoorbeeld, is de kans dat een misdrijf effectief bij de rechter komt amper 6 procent, omdat de werklast van de parketten te groot is. Laat ons eerlijk zijn, dan doe je niet aan handhaving. Er moest een alternatief parcours zijn: het bestuurlijk niveau, waarbij gemeenten en provincies bevoegd zijn om sancties zoals boetes of maatregelen op te leggen. Anderzijds gaat er veel informatie verloren en is er een gebrek aan efficiëntie omdat de verschillende handhavingsdiensten totaal niet met elkaar communiceerden en volgens verschillende procedures werkten. Elke dienst zat op zijn eigen eiland in zijn eigen materie, terwijl die regelgeving wel wordt toegepast op burgers en bedrijven die dat dienen te kennen. Van die verkokering en complexiteit moeten we af.”

Vansant: “We zijn op drie vlakken aan de slag gegaan om die problemen aan te pakken. Als eerste hebben we op het strafrechtelijke spoor prioriteiten gesteld met de parketten: welke dossiers moeten ze absoluut behandelen? Ten tweede hebben we voor het bestuurlijke spoor een kaderdecreet uitgewerkt om die hele procedure te stroomlijnen. En als laatste digitalisering, om samenwerking en efficiëntie te bevorderen.”  

Hoe begin je aan zo’n opdracht?

Bloemen: “We zijn met veel entiteiten gaan praten: hoe zit jullie regelgeving in elkaar? Wat doe je ermee? Welke ICT-toepassingen zitten erachter? In 2019 hadden we een eerste kaderdecreet om daar een lijn in te proberen trekken, maar dat document was nog te beperkt, en we botsten op redelijk wat weerstand. Bij sommige beleidsdomeinen bestond het idee dat het niet mogelijk was om een eenvormige aanpak te creëren, dat hun materie te specifiek is. Na het ontstaan van het Agentschap Justitie en Handhaving kwam er pas een doorbraak. In één keer waren dingen mogelijk die voordien heel moeilijk waren.”  

Vansant: “Die inkanteling van het project in het agentschap bracht continuïteit, geloofwaardigheid, en ook financiële middelen die we voordien niet hadden. Zo konden we toch heel wat ambities waarmaken.”  

Nu is er een nieuw kaderdecreet.  

Vansant: “Klopt, nieuw en ambitieuzer. Het is de bedoeling om alle procedures rond bestuurlijke handhaving te stroomlijnen.”

Bloemen: “Als een inspectiedienst een pv opstelt, zal dat – als er ingetekend wordt op het kaderdecreet - automatisch zowel naar het parket als naar het bestuurlijk niveau gestuurd worden, dat drie maanden moet wachten om iets te ondernemen in afwachting van de beslissing van het parket. Als het parket in die drie maanden geen actie onderneemt, kan er daarna bestuurlijk vervolgd worden en dus een boete of maatregel uitgesproken worden. Op die manier vermijd je dat dossiers op het parket blijven hangen.”

Vansant: “In het kaderdecreet vind je dus niet voor elke materie wat mag en niet mag, en welke sancties er op welke inbreuken staan. Wij kunnen niet zeggen hoe je een dopingbeleid voert bijvoorbeeld. Het decreet tekent uit wat tussen de inbreuk en de sanctie gebeurt.”   

Het Vlaams Handhavingsplatform

Het kaderdecreet tekent de procedures uit, en het Vlaams Handhavingsplatform zorgt voor de samenwerking?

Bloemen: “Dat vat het samen. Sommige grotere inspectiediensten hebben al een eigen systeem om pv’s te beheren, er zijn kleinere diensten die dat niet hebben. En hun systemen staan het vaak niet toe om gegevens uit te wisselen, en zoals bij het voorbeeld van de varkenskwekerij is dat soms noodzakelijk om een volledig beeld te krijgen op een situatie. Er was nood aan een centraal platform om dat mogelijk te maken. Bijvoorbeeld: mensen die illegaal tewerkgesteld worden op grote werven, zijn vaak ook op een erbarmelijke manier gehuisvest. Dat zijn verschillende instanties die dat controleren. Als zij dat van elkaar weten kan je gerichter ingrijpen.”  

Vansant: “Het VHP heeft nog verschillende andere functies. Zo hebben we een sanctieregister en een maatregelenregister. Als burger of organisatie kan je het sanctieregister raadplegen en daar een uittreksel van vragen, net zoals van je strafregister. In het sanctieregister zullen alle bestuurlijke sancties staan. In het maatregelenregister zal bijvoorbeeld een notaris of makelaar een huis kunnen opzoeken om te zien of er geen maatregel was uitgesproken. Stel je voor dat een huis zonder vergunning is gebouwd en de eigenaar het moet afbreken. In plaats daarvan probeert hij het echter snel te verkopen. Met het VHP kan je dat makkelijk controleren, en is de koper beschermd.”

Bloemen: “Het VHP zorgt ten slotte voor de digitalisering van handhaving. Alle belangrijke stukken van een dossier worden door het VHP beheerd. Het origineel wordt nooit vrijgegeven, tenzij aan de rechter wanneer die het opvraagt. Het VHP zal afgeleiden van alle stukken geven met een watermerk, dat garant staat voor: dit is een correct en betrouwbaar stuk. Wij moeten ervoor zorgen dat dit platform in de lucht blijft, zodat er kan gehandhaafd worden op een efficiënte en beveiligde manier.”  

Wat is de volgende uitdaging?

Bloemen: “We zijn nu bezig met de aansluiting van gemeenten op het VHP en dat is al een werk van lange adem. Bij elke dienst moeten we kijken welke systemen zij al hebben en hoe we dat kunnen aansluiten op het VHP. Al 80 procent van de gemeenten zijn aangesloten. Nadien volgt de uitdaging om politiediensten en parketten aan te sluiten. Federale justitie is bezig met hun eigen digitalisering, dus zodra zij zover zijn, staat het VHP klaar voor hen.” 

Terug