Toen de gevangenis van Ieper dichtging voor verbouwingswerken, kon Delphine zich focussen op het detentiehuis. Die tijdelijke sluiting was een geweldige opportuniteit vertelt ze. “Vrij snel na de bekendmaking van een detentiehuis in Kortrijk werd een beleidsteam hulp- en dienstverlening geïnstalleerd zodat we vanaf het prille begin onze schouders konden zetten onder de uitbouw van het detentiehuis. De onderlinge samenwerking binnen het beleidsteam dat bestaat uit allerhande partners en directies is uitstekend. Je voelt bij iedereen de goesting om er wat van te maken. Ook bij de bewoners. Niet alleen wij zijn pioniers, zij ook.”
Het detentiehuis is gehuisvest in een voormalig woonzorgcentrum en biedt opvang aan personen met een gevangenisstraf van maximum drie jaar en een laag veiligheidsrisico. Veroordeelden voor bijvoorbeeld zedenfeiten en terreurmisdrijven komen dus nooit in aanmerking. “Op 14 september kwamen de eerste twee bewoners toe. Nadien zijn er op twee weken tijd nog drie bewoners bijgekomen. Al onze bewoners zaten hun straf al deels uit in één van de gevangenissen uit de regio. Het zijn mensen die geen huisvesting hebben of die al lang zonder werk zitten. Op termijn zullen ook kortgestraften direct kunnen instromen na hun veroordeling.”
Er is plaats voor in totaal 57 mannen, maar het is een bewuste keuze om traag te groeien. “We bouwen stap voor stap aan een detentiehuiscultuur. Dat is moeilijk als je met een grote groep bewoners zit die een strikt gevangenisregime gewoon zijn.” De bewoners zijn opgedeeld in vier leefgroepen. “Zo kunnen we kleinschaliger en persoonsgericht aan de slag gaan. We werken ook met een waardencharter. Hierin staan zaken waar iedere bewoner zich aan heeft te houden zoals geen agressie of vandalisme plegen, respectvol omgaan met elkaar enz. En ja, de voordeur is altijd op slot. Die vraag heb ik al meermaals gekregen (lacht). Wie als bewoner naar buiten wil, moet daarvoor altijd eerst toestemming krijgen. Maar binnen zijn ze vrij om te gaan en te staan waar ze willen.”
Wie als kortgestrafte in het detentiehuis wil verblijven, wordt eerst gescreend. Dat verloopt volgens een vaste procedure. “De kortgestrafte meldt zich aan bij de gevangenis en daar gebeurt een eerste screening. Onze bewoners moeten in een leefgroep kunnen aarden, voldoende Nederlands kennen én ze moeten bereid zijn om actief te werken aan hun re-integratie.”
Bruggen bouwen
In dat re-integratietraject ligt een belangrijke taak voor HDG. “Bewoners hebben hier een eigen gsm, een computer en wifi, maar niet om een hele dag Netflix te kijken natuurlijk. Wel om vacatures op te zoeken, sollicitaties vast te leggen, afspraken te maken met hun begeleider enz. Momenteel is iedere dag van de week een andere partner in huis: iemand van het CAW, dan weer iemand van een CGG, de leerwinkel of de VDAB. Met al deze hulp- en dienstverleners zit ik regelmatig samen om te kijken wat ze nog nodig hebben, maar ook hoe ze nog beter met elkaar kunnen afstemmen. Als beleidscoördinator is het mijn taak om bruggen te bouwen tussen de netwerkpartners onderling en om contacten te leggen met nieuwe partners Alles wat onze bewoners kan versterken in hun re-integratietraject is belangrijk voor ons. We willen zoveel mogelijk persoonsgericht werken, op maat van de bewoner dus.”
De eerste bewoners van het detentiehuis in Kortrijk konden alvast rekenen op de steun van HDG. “Eén iemand is erg creatief en muzikaal. Vanuit HDG hebben we gezorgd voor partituren en een gitaar. Het zou in de toekomst perfect kunnen dat we zo iemand laten aansluiten bij de kunstacademie in de buurt.”
De link met de buitenwereld herstellen is in een detentiehuis één van de voornaamste opdrachten, volgens Delphine. “We proberen de partner en familie van de bewoner mee te betrekken in het verhaal van het detentiehuis. Zo leren we het netwerk van de bewoner goed kennen en weten we waar die terechtkomt als hij hier de deur uitgaat. Ook de buurt proberen we te bereiken, met rondleidingen bijv. Zelf heb ik, samen met de directie, een rondleiding verzorgd voor docenten van een hogeschool hier in Kortrijk. We bekijken hoe we in de toekomst kunnen samenwerken.”