Het agentschap in cijfers
Aanmelden mijn burgerprofiel
Eergerelateerd geweld

Family Justice Center Limburg is Vlaamse pionier in aanpak eergerelateerd geweld

Geweld plegen om te voorkomen dat de familie-eer wordt geschaad of om de geleden ‘schade’ te herstellen. Het gebeurt dagelijks. FJC-coördinator Sonja Cebulski leidde de voorbije twee jaar een pilootproject om expertise uit te bouwen rond eergerelateerd geweld. “Geen moment te vroeg.” 

Terug

Sonja Cebulski is coördinator in het FJC Limburg. Welke anekdote is tekenend voor haar werk? “We hadden een bemiddelingsgesprek (verzoening) tussen ouders en dochter gepland, samen met mijn collega van de politie gingen wij mee om haar te steunen, naar haar thuis. Ze zat op de achterbank, stil, afwezig, ik vroeg haar of het wel met haar ging; omdat ik zag dat ze doodging van de stress, ze zei; je kan je niet inbeelden hoeveel stress ik heb om mijn papa na twee jaar terug te zien. Wij kunnen ons soms niet inbeelden wat deze meisjes moeten doorstaan.”

Geweld plegen om te voorkomen dat de familie-eer wordt geschaad of om de geleden ‘schade’ te herstellen. Het gebeurt dagelijks. In Nederland registreert de politie jaarlijks 3.000 interventies die onder de noemer ‘eergerelateerd geweld’ vallen. In 20 gevallen is dat om een fatale afloop vast te stellen. Vlaamse cijfers zijn er (nog) niet. Een antwoord is er gelukkig wel. FJC-coördinator Sonja Cebulski leidde de voorbije twee jaar een pilootproject binnen het Limburgse Family Justice Center (FJC). In 2023 wordt de opgebouwde kennis en aanpak over heel Vlaanderen uitgerold. “Geen moment te vroeg”. 

Eergerelateerd geweld

Sonja Cebulski omschrijft ‘eergerelateerd geweld’ glashelder. Het gaat om geweld dat gerechtvaardigd wordt door een familie of een gemeenschap omdat de eer van de familie op het spel staat. Het beperkt zich niet tot strikt traditionele culturen en religies, die wel de grootste bezorgdheid zijn van het FJC. “Het wordt gelukkig steeds zeldzamer maar ook bij Vlaamse gezinnen kan een outing van homoseksualiteit uitgroeien tot een eerkwestie en zelfs tot geweld leiden. En je kan zelfs de extreme druk van de Britse koninklijke familie op Harry en Meghan als een eerkwestie beschouwen”. Die laatsten klopten niet aan bij FJC Limburg, 22 andere vrouwen werden er de voorbije jaren wel opgevolgd. 

We hebben veel te lang de ogen gesloten. Dat moet stoppen.
- Sonja Cebulski 

Waarom zijn jullie twee jaar geleden met het project begonnen? 

Cebulski: Ik voelde dat we in een aantal dossiers “iets” over het hoofd zagen, maar ik kon er mijn vinger niet opleggen. Zo was er bijvoorbeeld een jonge Marokkaanse vrouw die slaande ruzie had met haar partner. Als FJC behandelde we het dossier zoals alle andere dossiers van familiaal geweld. Uiteindelijk bleek dat het ging om een gedwongen huwelijk en dat er veel meer aan de hand was. De vrouw wilde scheiden en dat maakte haar partner en de familie razend. Hoe zorg je voor veiligheid voor het slachtoffer? Hoe ga je om met dit type dossiers? In Nederland was men daar al langer mee bezig. We hebben de kans gekregen om een opleiding te volgen, inclusief een coachingtraject vanuit Sterk Huis (NL). Sindsdien hebben we geleerd om deze dossiers te herkennen, bepaalde signalen sneller op te pikken en aangepaste hulp te bieden. 

Om welke signalen gaat het dan precies? 

Cebulski: Als er plots meer sociale controle is vanuit de familie, dat is al een heel belangrijke indicatie. Bijvoorbeeld een jonge vrouw die niet meer alleen de bus mag nemen, maar enkel nog met haar broers erbij. Of een gsm die door de familie wordt afgepakt, of iemand die zich plots heel erg traditioneel begint te kleden. Soms merk je dat iemand zijn persoonlijkheid lijkt te veranderen, vooral bij jonge meisjes is dat zo. Een vrolijk, sociaal iemand breekt niet zomaar plots alle contacten met leeftijdsgenoten. Er hoeft niets ergs aan de hand te zijn, maar het kan wel. Zeker als er ook allerlei beschuldigingen en roddels in het spel zijn. Het gaat om de optelsom van de verschillende signalen waar je alert voor moet zijn. 

Als er een aanmelding binnenkomt op het FJC, hoe pakken jullie zo’n dossier aan? 

Cebulski: Een aanmelding gebeurt voornamelijk via de politie. Eerst onderzoeken we wie precies bij het geweld betrokken is. We stellen hierbij een stamboom op. We gaan na of er in het verleden in de familie al sprake is geweest van huwelijksdwang. We bekijken ook wie in de familie in het conflict zou kunnen bemiddelen. Via een risicoanalyse gaan we na of het slachtoffer nog veilig thuis kan wonen of een onderkomen nodig heeft in een vluchthuis. We blijven zo iemand opvolgen en verder helpen, wat niet altijd zonder risico is. Onze betrokkenheid kan voor de familie werken als een rode lap op een stier. Daarom is de aanwezigheid van politie in deze dossiers erg belangrijk, dat geeft aan de familie een duidelijk signaal. Binnen het FJC hebben we een heel goede samenwerking met parket en politie. Wij hebben intern ook iemand vanuit de politie die zich specialiseert in eergerelateerd geweld.”  

Loopt het ondanks alles soms toch nog fout af? Of zijn zaken als bloedige eerwraak de extreme uitzonderingen? 

Cebulski: Eerwraak is een realiteit en daar moeten we in elk dossier alert voor zijn. Eén van de belangrijkste kenmerken van eergerelateerd geweld is dat het onvoorspelbaar is. Bovendien kan het geweld afschuwelijke proporties aannemen. Een verhaal dat mij is bijgebleven is dat van een jonge vrouw die beticht was van een buitenechtelijke relatie. De familie beschouwde haar als ‘ziek’. Ze deden een duiveluitdrijving om haar te genezen en voerden vreselijke rituelen op haar uit.  

Wat leer je uit dit soort verhalen als FJC-coördinator?  

Cebulski: Het sterkt mij in de overtuiging dat we in heel Vlaanderen slachtoffers van eergerelateerd geweld moeten helpen en meer organisaties moeten bewust maken van de gevaren. Daarom moet iedereen verantwoordelijkheid nemen en deel worden van de oplossing: scholen, hulpverlening en justitie moeten mee in het verhaal stappen en signalen van eergerelateerd geweld oppikken.  
En als we het fenomeen echt met wortel en tak willen uittrekken, moeten we inzetten op preventie. Nu komen slachtoffers tot bij ons als er al strafbare feiten gebeurd zijn. Dat is goed, maar het is eigenlijk te laat. We moeten kunnen ingrijpen voor het geweld losbarst, en daarom moeten we de signalen leren herkennen. Dat is de eerste stap.

22 slachtoffers van eergerelateerd geweld konden al bij jullie terecht. Ben je tevreden over de resultaten van het pilootproject? 

Cebulski: (knikt) Soms leidde bemiddeling tot verzoening, al zal het nog lang duren voor alle wonden geheeld zijn. Er zijn ook jonge vrouwen die volledig gebroken hebben met hun familie en elders een nieuw bestaan opbouwen. Hoe het ook afliep, we waren er voor hen en steunden hen in hun keuzes. Voor het eerst was er begrip voor wat ze voelden en werden ze erkend als slachtoffer. Dat is al een enorme stap voorwaarts. Binnen hun gemeenschap worden ze als de oorzaak van problemen aanzien. 

Wat is de volgende stap? 

Cebulski: We hebben het afgelopen jaar veel financiële steun gehad van Vlaams minister van Justitie Demir. Zij kent de problematiek en beseft dat niets doen geen optie is. Ons project ligt haar nauw aan het hart. Ik merk bij de andere Family Justice Centers dat ze heel benieuwd zijn naar de uitrol van deze werking in heel Vlaanderen. Ze bellen ons nu al voor consult in dossiers. Vroeger kregen wij coaching bij onze Nederlandse collega’s, nu kunnen wij onze eigen kennis en expertise doorgeven. Dat is niet alleen fijn, het is ook broodnodig. We mogen onze ogen niet meer sluiten. Dat hebben we veel te lang gedaan. 

Terug